-
1 koopwaar
♦voorbeelden:1 slechte koopwaar -
2 goederen
♦voorbeelden:1 een partij goederen • a consignment of goods/merchandisegoederen laden/lossen • load/unload goodsroerende goederen • personal property/effects -
3 hal
2 [vaak in samenstellingen] [ruimte waar koopwaar wordt geveild/verkocht] (covered) market3 [ook in samenstellingen] [hoge zaal] hall(way)4 [klein vertrek achter een huisdeur] hall(way)♦voorbeelden:1 in de hal van het hotel • in the hotel lobby/lounge/foyer3 sporthal • sports hall, gym
Перевод: с нидерландского на все языки
со всех языков на нидерландский- Со всех языков на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Французский